Neurofeedback en ASS autisme
Met neurofeedback wordt geen ASS behandeld, maar verminderen we de klachten zoals externe prikkelverwerking (onoplettendheid en/of inhibitieproblemen). Het trainen van de spiegelneuronen (mu-golven) is niet mogelijk. Het ‘spiegelen’ van gedrag wordt op deze pagina uitgelegd.
In rust meet je bij mensen met ASS (autisme) vaak onderactivatie frontaal in het brein. Degene die traint krijgt positieve feedback als de onderactivatie vermindert. Het behandeldoel is het verlagen (inhiberen) van de theta-golven (paarse langzame golven). Een gemiddeld trainings traject om ASS-klachten te verminderen duurt 40 training-sessies.
Attentie: de informatie op deze site heeft een algemeen karakter en is daarom niet altijd toepasbaar voor individuele specifieke situaties. De QEEG -meting in combinatie met de primaire klacht bepalen uiteindelijk het behandeldoel.
Spiegelen van gedrag
We zien dat mensen met de diagnose autisme (ASS) niet altijd het gedrag van andere mensen goed kunnen interpeteren. Uit diverse onderzoekenblijkt dat zenuwcellen anders met elkaar verbonden zijn. Bij het maken van bewegingen worden de motorische gebieden in de hersenen geactiveerd, wat ook goed te zien is in een QEEG-meting. Uit onderzoek blijkt dat als een gezond persoon iemand anders ziet bewegen dezelfde gebieden worden geactiveerd. Dit heeft te maken met herkenning: de hersenen herkennen de bewegingen van iemand anders en bewegen als het ware mee in gedachte. De golven in het EEG die veranderen bij het uitvoeren of observeren van bewegingen worden mu-golven genoemd. In de volksmond spiegelneuronen. Ze zien er uit als kattenoortjes op de alfagolven (zie afbeelding). Bij beweging of bij het zien van beweging, verdwijnen de ‘kattenoortjes’ en krijgt de alfagolf zijn sinusvorm terug. Bij mensen met ASS verdwijnen de ‘kattenoortjes’ bij eigen beweging, maar bij het zien van beweging verminderen de mu-golven niet in de motorische gebieden in de hersenen.
Alfagolven zonder mu-golven Mu-golven (kattenoortjes) op de alfa-golf
